Ik ben niet aan het werk hoor, ik ben gewoon aan het aperitieven.
Ik besluip mijn laptop.
Vingers in de aanslag.
Op blote voeten door het gras. Met grote omwegen.
Balancerend met een bakje chips. Ter camouflage.
Alles om geen angst of weerstand op te wekken. Ik ga niets spannends doen, hoor, zeker niet zoiets als een nieuwe online academie opstarten. Neuh, geen zorgen, ik kom gewoon wat spelen.
Schrijven is tegelijk heerlijk en vreselijk confronterend en angstaanjagend, I tell you.
En ik ben niet de enige die dat vind. Al goed.
Gelukkig helpt het mooie weer. En het verlangen. Altijd dat verlangen. Dat trekt en slaat en schreeuwt vanbinnen, tot ik mijn ritme en de woorden terugvind. Tot ik mijzelf weer openmaak, voor wat ik kan maken. Het is een zacht en traag proces, voorzichtig genoeg om mijn strenge angstige ambitieuze deel niet te wekken.
Met een heleboel goedkope trucjes. Nieuwe schrijfplekjes zoeken. Mijzelf belonen. Een uur mediteren. Elke dag eerst wandelen. Drie pagina's shit opschrijven. En dan stiekem, haast tersluiks, het witte blad benaderen. Het lege scherm vullen, achteloos lijkt het wel.
Was she told when she was young that pain would lead to glory? Will she still believe it when she's dead? (The Beatles)
Bij mij werkt het precies andersom. Plezier en speelsheid leiden tot mooi werk, afzien en lijden zorgen voor brol. Pijn leidt niet naar glorie.
"Mevrouw, ik heb het gevoel dat elke les een feestje was. En toch heb ik zoveel geleerd." Zalige feedback van een studente.
Zo wil ik precies dat het is, het leven. Het leren. Het creëren.
Ik heb een feestje gemaakt. Kom jij ook? Kan ik je plezier doen met iets, een gratis introductie-cursus bijvoorbeeld of een perfecte basiscursus? Of, voor de niet-mensenfluisteraars onder ons, wat printables of een Lifecrafting-traject?
Er is geen enkele reden waarom het werk niet echt en toch makkelijk kan zijn. (Julia Cameron, Je leven schrijven)