Wat als geld niet van belang was?
Vannacht had ik een winkeltje. De rekken stonden boordevol. Vol mooie dingen. Zinvolle dingen. Er was voorraad in overvloed.
Er stonden zelfs al klanten te wachten voor de -voorlopig nog- gesloten deur. En in de woestheid van de droom zocht ik een politielint om voor de kassa te spannen, om door te knippen bij de officiële opening. Maar er was nog werk te doen voor we open konden. Er was nog iets mis met de etalage, die zag er echt niet aantrekkelijk uit. En het plein voor mijn winkel was opengebroken door wegenwerken: je kon er niet komen.
Symbolische dromen heb ik.
Hoe dichter het einde van mijn huidige job nadert, hoe banger ik word voor het nieuwe. Wat als niemand straks wil kopen wat ik aanbied? Wat als omstandigheden buiten mij om, ervoor zorgen dat mijn 'winkel' geen bezoek krijgt? Hoe zorg ik ervoor dat de juiste mensen mij vinden? Hoe maak ik geld?
Maar daar gaat het eigenlijk niet om, dat weet ik (eigenlijk, diep vanbinnen, soms meestal) wel. Het gaat over wat ik verlang. Over wat ik zou willen doen, ook als geld niet van belang was. Over hoe ik graag mijn leven zou vullen. Want als ik die dingen doe, en als ik er echt van geniet, dan kan ik er een expert in worden. Dat is misschien zelfs de enige manier om meesterschap te bereiken, daar waar je talent en je goesting elkaar raken - dan kan je 10.000 uren met plezier oefenen en echt uitblinken.
Anders spendeer je je leven met dingen doen die je niet wil doen, om geld te verdienen om te leven, en in dat leven dingen te doen die je niet wil doen. Stupide. (Alan Watts)
Volgende week zwaai ik mijn studenten uit, jonge mensen die meer dan ooit op dat kruispunt in hun leven staan - daar waar ze zich afvragen wat ze met dat leven willen doen. En ik hoor zoveel verschillende zinnen. Als ik nu niet verder ga studeren, komt het er nooit meer van. Ik wil niet mijn hele leven hetzelfde beroep doen. Ik dacht dat dit beroep bij mij paste, maar na de stages twijfel ik zo sterk. Ik voel mij nog te jong om te gaan werken. Ik heb echt een roeping, ik zal altijd met plezier dit werk doen.
En het is allemaal waar. En ook allemaal tijdelijk. Er is alleen maar nu, ook in roepingen en passies en verlangens. Je weet toch niet echt waar je beslissingen vandaan komen. En al ben je nog zo voorzichtig - heb ik hier lang genoeg over nagedacht, heb ik overal rekening mee gehouden? - als je dan uiteindelijk beslist, kan je zien dat het nooit mogelijk is geweest om overal rekening mee te houden. Want er is een oneindige hoeveelheid informatie over elke situatie en elke mogelijke richting.
Vandaag, hier, met wie ik nu ben en met wat ik nu kan, is dit waar ik heen wil. Alleen dat kan ik zien.
Ik zal fouten maken, ik zal dingen over het hoofd zien, en er zullen dingen op mij afkomen die ik nu nog niet kan inschatten. Het zal tegenvallen. En ook meevallen. Maar ook als ik faal zal dit mijn weg zijn. Ook dan zal dit mij vormen. En later - later zeg ik toch tegen mijn kleinkinderen dat die moeilijke tijden het beste waren dat mij kon overkomen.
Alle levens die je kan leven zijn de juiste. Elk pad is het juiste pad. Alles kan ook iets anders zijn, en het heeft allemaal evenveel waarde. (Alan Watts, alweer)
Gelukkig heb ik geld gespaard de laatste maanden om mijn nieuwe leven in alle rust op poten te zetten. Genoeg om een tijd van rond te komen, als ik geen nieuwe kleren koop, geen nieuwe tanden nodig heb en niet ga lunchen. En gelukkig heb ik al vaak geoefend in leven met weinig middelen. Want geld is tegelijk niet van belang en levensnoodzakelijk.
En het is tijd.
Ik wil vrij zijn en creëren. Ik wil schrijven en daarvan leven. Klaar. Als een klontje.
Op dat verlangen zal ik drijven, en ik wil het voeden met discipline en werklust, oefening en model-leren. Want de enige mogelijke manier om met plezier iets te leren is vanuit een droom, en de enige manier om mijn dromen waar te maken is door er werk van te maken. Hoppa, schoon cirkelke.
Springen is zoveel beter dan op de rand staan wiebelen en naar de enorme afgrond te staren.