Ziek. En hooi en vorken. En een beetje last van het bedriegers-syndroom.
Rusten is voor mij van het moeilijkste wat er is. De wereld is te boeiend, de dagen zijn een uur of drie te kort, ik heb nog zoveel te creëren.
Maar deze rust is op doktersvoorschrift. De dokter, de schat, redde mij van een bedriegers-syndroom. Ik doe dus niet alsóf ik moe ben, ik moet niet met mijzelf aan de slag om minder snel emotioneel geraakt te zijn. Ik heb gewoon een virus. Een virus dat energie vraagt.
Voor iemand die gelooft dat ze de realiteit mee creëert met haar gedachten en gedrag, is dat bedriegers-syndroom verraderlijk. Ik maak dit zelf, ik schep dit zelf, ik kan het dus zelf ontdoen. Toch?
Teveel hooi op mijn vork, dat dacht ik eerst. Of eerder het verkeerde hooi. Ben ik zo moe en geïrriteerd na een lange werkdag omdat ik de verkeerde job doe? Ben ik niet meer gelukkig met mijn keuzes? Ben ik zo verdrietig omdat ik mijn talenten niet benut, of omdat er ergens diep vanbinnen nog verdriet is waar ik niet van weet? Lastig hoor, psychologe zijn, soms. Terwijl het deze keer gewoon de vork zelf is.
Zo simpel. Even mijn systeem rust geven, zodat ik het virus kan verslaan.
